-
1 vrai
vrai1 [vre]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 waar ⇒ waarachtig, waarheidsgetrouw2 waar ⇒ echt, authentiek, werkelijk3 waar ⇒ echt, onvervalst, typisch4 waar ⇒ juist, passend♦voorbeelden:il n'en est pas moins vrai que • het is daarom niet minder waar dat(n'est-il) pas vrai? • is het niet?〈 informeel〉 c'est pas vrai! • niet te geloven!, 't is nie(t) waar!ce n'est que trop vrai • dat is helaas maar al te waarc'est du champagne, du vrai de vrai • het is honderd procent champagnele vrai • het ware, de waarheidà dire vrai, à vrai dire, à dire le vrai • om de waarheid te zeggenêtre dans le vrai • het bij het rechte eind hebben————————vrai2 [vre],vraiment [vremmã]〈 bijwoord〉1 overeenkomstig de waarheid ⇒ waarlijk, werkelijk♦voorbeelden:parler vrai • de waarheid spreken1. adj1) waar2) echt3) juist2. adv1) werkelijk2) echt, heus -
2 treffen
treffen♦voorbeelden:ins Tor treffen • scorengetroffen! • raak!; 〈 figuurlijk vooral〉juist!, goed (zo)!II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 nemen, treffen ⇒ maken, doen, tot stand brengen♦voorbeelden:eine Wahl treffen • een keuze doen, makeneine Feststellung treffen • vaststellen, tot de vaststelling komenMaßnahmen treffen • maatregelen treffen1 samenkomen ⇒ ontmoeten, treffen, zien2 elkaar ontmoeten, treffen, zien♦voorbeelden:¶ wie es sich so trifft • (a) zoals het toeval wil; (b) als het (toevallig) zo uitkomt, als het zo treft -
3 être dans le vrai
être dans le vrai -
4 mit einer Vermutung richtig treffen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > mit einer Vermutung richtig treffen
См. также в других словарях:
Fuchs — (s. ⇨ Reineke). 1. Ale Fichse gihn schwer ei s Eisen. (Oberlausitz.) 2. Alle listigen Füchse kommen endlich beym Kirssner in der Beitze zusam. – Petri, II, 6; Simrock, 2888; Körte, 1678; Reinsberg II, 46. Frz.: Enfin les renards se trouvent chez… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Haus — 1. Alte Häuser haben trübe Fenster. Dän.: Gammelt huus haver dumme vinduer. (Prov. dan., 315.) 2. Alte Häuser leiden mehr als neue. Wenn diese nicht schon zusammenfallen, ehe sie fertig gebaut sind. 3. Alte Häuser streicht man an, wenn man sie… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Mutter — 1. A Mütter müss huben a breit Vartüch (Schürze), die Chesrojnes1 vün die Kinder züzüdecken. – Blass, 12. 1) Plural von Chassuren = Fehler. 2. Ach, Mutter, i cha nit spinne, der Finger thut mehr weh; der Gyger spannt d Saite, tanze chönt i eh. –… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon